3. Moxa bij stuitligging


De behandeling

Acupunctuur bij stuitliggingen


Ongeveer 3,5% van de baby’s die geboren worden, ligt vlak voor de bevalling in een stuit. Soms probeert de gynaecoloog de baby in de buik te draaien. Voor de aanstaande moeder kan dit vervelend zijn. 80% Van de vrouwen die zwanger zijn van een baby in stuitligging, bevalt uiteindelijk met een keizersnede. De meesten vinden dat jammer: ze willen graag een natuurlijke bevalling meemaken. Daarom maken steeds meer vrouwen gebruik van een behandelmethode die moxa-therapie heet. Moxa-therapie is geheel pijnloos en is thuis uit te voeren. En het allerbelangrijkste is: uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat door moxa-therapie de kans dat het kind spontaan draait, vergroot wordt van 50% naar 75%.

Wat is moxa-therapie?

Moxa-therapie is een onderdeel van acupunctuur en de Traditionele Chinese Geneeskunde. Het is een behandeling met een moxastick van een acupunctuurpunt op het lichaam. Een moxastick heeft veel weg van een grote sigaar. Als je hem aansteekt, verspreidt hij over het acupunctuurpunt een intense warmtestraling die erg aangenaam is en absoluut niet pijnlijk.

Moxa-therapie wordt niet alleen toegepast bij vrouwen met een baby in stuitligging; bij diverse acupunctuur behandelingen worden goede resultaten bereikt door moxa-therapie.

Het woord ‘moxa’ is afgeleid van het Japanse woord Mo Cu San, wat bijvoetkruid of artemisia vulgaris betekent. Bijvoetkruid is het hoofdbestanddeel van de moxastick.

De veiligheid van moxa-therapie

Uit de vier onderzoeken die op deze site worden toegelicht, blijkt dat er geen nadelige gevolgen of bijwerkingen zijn van moxa-therapie. De moxastick zelf is natuurlijk warm. Hij mag nooit tegen de huid aan worden gehouden, maar minimaal één centimeter er vandaan. Als de behandeling zorgvuldig wordt uitgevoerd, is hij zonder risico’s.

Moxa-therapie bij stuitliggingen: de Nederlandse feiten

Drieduizend jaar geleden behandelden Chinese acupuncturisten voor het eerst zwangere vrouwen met moxa-therapie. Veel wetenschappelijk onderzoek heeft ervoor gezorgd dat acupunctuur in het westen steeds bekender en vertrouwder werd. In de JAMA (Journal of American Medical Association) stond in 1998 een studie over moxa-therapie bij zwangere vrouwen in het westen.

In Nederland worden ongeveer tweehonderdduizend baby’s per jaar geboren. Vlak voor de bevalling liggen zevenduizend baby’s (3,5%) in een stuit. De meeste daarvan worden gehaald met een keizersnede om de risico’s van een natuurlijke stuitbevalling te voorkomen.

De studie in de JAMA heeft bijgedragen aan de toenemende belangstelling in Nederland voor deze behandelwijze. In de studie stond namelijk dat de kans dat een baby spontaan draait, met moxa-therapie tijdens de 33ste tot de 36ste week, vergroot wordt van 50% naar 75%.

Dat betekent dat er in Nederland jaarlijks 1750 minder baby’s in stuitligging geboren hoeven te worden als de moeders tussen de 33ste en 36ste week moxa-therapie krijgen. Dus 1750 vrouwen meer kunnen een natuurlijke bevalling hebben.

Moxa-therapie bij stuitliggingen: de behandeling

Zwangere vrouwen met een baby in stuitligging kunnen vanaf de 33ste week beginnen met moxa-therapie. De acupuncturist verwarmt de zijkant van de kleine teen, in acupunctuurtermen Blaas 67, gedurende vijftien minuten met een moxastick. Deze behandeling is zeer eenvoudig en ook thuis uit te voeren met behulp van de partner. Dit, omdat zwangere vrouwen in die periode van de zwangerschap niet zo makkelijk meer bij hun kleine teen kunnen. De moxa-therapie moet gedurende twee weken dagelijks worden herhaald.

Hoe werkt moxa-therapie?


Er is een westerse, fysiologische verklaring voor de werking van moxa-therapie en een oosterse vanuit de Traditionele Chinese Geneeskunst (TCG).

Volgens de TCG komt er verwarmende energie (ofwel Yang) in het kleine bekken als je Blaas 67 (ofwel Zhi Yin) verwarmt aan de zijkant van de kleine teen. De verwarmende energie in het kleine bekken zorgt voor beweging. In het kleine bekken ligt ook de baarmoeder. Door de beweging in het kleine bekken wordt de baby ook beweeglijk en gaat hij (of zij) draaien.

Volgens de westerse geneeskunde wordt door moxa-therapie de baarmoeder beter doorbloed. Daardoor rijpt hij beter en is de kans groter dat het kindje spontaan draait. Bovendien stimuleert moxa vermoedelijk de bijnier en de hormonen die de bijnier produceert, beïnvloeden het spierweefsel van de baarmoeder. Daardoor zou het kindje beweeglijker worden en uiteindelijk kunnen draaien.

Alle voordelen van moxa-therapie op een rijtje:

- De behandeling is voor de aanstaande moeder en voor het ongeboren kind zeer veilig. De spontane draaiing wordt uitgelokt; er is geen direct contact met de baby.

- De behandeling is niet belastend voor de moeder. De uitwendige versie die een gynaecoloog uitvoert in de 36ste week, kan zeer belastend zijn.

- Er zijn geen bijwerkingen bekend.

- In 75% van de gevallen draait het ongeboren kind spontaan in de baarmoeder, mits de behandeling tussen de 33ste en de 36ste week van de zwangerschap is uitgevoerd.

- Door moxa-therapie is de kans 75% groter dat de aanstaande moeder op een natuurlijke manier kan bevallen.

- De behandeling kan thuis plaatsvinden doordat hij heel eenvoudig te leren is.

- De behandeling is kostenbesparend. Als een baby niet draait in de baarmoeder wordt hij (of zij) waarschijnlijk geboren met een keizersnede. Een keizersnede kost ongeveer €6000,-.

Wilt u moxa-therapie leren uitvoeren?

De acupuncturist doet eerst een intake, waarna de techniek wordt aangeleerd.
Het is niet aan te raden het op eigen houtje te doen.

2. Acupuncture plus moxibustion to resolve breech presentation: a randomized controlled study.

Neri I, Airola G, Contu G, Allais G, Facchinetti F, Benedetto C.

Department of Obstetrics and Gynecology, University of Modena-Reggio Emilia, Modena, Italy.

Objectives:

In many Western countries breech presentation is an indication for elective Cesarean section. In order to correct fetal presentation, the stimulation of the acupoint BL67 by moxibustion, acupuncture or both has been proposed. Since no studies had previously been carried out on Western populations, pregnant Italian women at 33-35 weeks gestational age carrying a fetus in breech presentation were enrolled in a randomized, controlled trial involving an active BL67 point stimulation and an observation group.

Methods:

A total of 240 women at 33-35 weeks of gestation carrying a fetus in breech presentation were randomized to receive active treatment (acupuncture plus moxibustion) or to be assigned to the observation group. Bilateral acupuncture plus moxibustion was applied at the BL67 acupoint (Zhiyin). The primary outcome of the study was fetal presentation at delivery. Results: Fourteen cases dropped out. The final analysis was thus made on 226 cases, 114 randomized to observation and 112 to acupuncture plus moxibustion. At delivery, the proportion of cephalic version was lower in the observation group (36.7%) than in the active-treatment group (53.6 %) (p = 0.01). Hence, the proportion of Cesarean sections indicated for breech presentation was significantly lower in the treatment group than in the observation group (52.3% vs. 66.7%, p = 0.03).

Conclusions:

Acupuncture plus moxibustion is more effective than observation in revolving fetuses in breech presentation. Such a method appears to be a valid option for women willing to experience a natural birth.


Publication Types:

Clinical Trial

Randomized Controlled Trial

PMID: 15280133 [PubMed - indexed for MEDLINE]


3. Acupuncture conversion of fetal breech presentation.

Habek D, Cerkez Habek J, Jagust M.

Clinical Department of Obstetrics and Gynecology, Clinical Hospital Osijek, Osijek, Croatia.


Aim:

The aim of this study was to assess the value of acupuncture (AP) in the conversion of fetal breech presentation into vertex presentation.

Patients and methods: A randomized prospective controlled clinical study included 67 pregnant women with fetal breech presentation: 34 women with singleton pregnancies treated with manual AP (urinary bladder 67, Zhiyin) and a control group which included 33 women with singleton pregnancies without AP treatment. The AP treatment lasted 30 min a day, and was conducted during and after 34 weeks of pregnancy with simultaneous cardiotocography.

Results: The success rate of the AP correction of fetal breech presentation is 76.4% (26 women), and spontaneous conversion without AP in vertex presentation is observed in 15 women (45.4%; p<0.001). CONCLUSIONS: We believe that AP correction of fetal malpresentation is a relatively simple, efficacious and inexpensive method associated with a lower percentage of operatively completed deliveries, which definitely reflects in improved parameters of vital and perinatal statistics. Copyright 2003 S. Karger AG, Basel


Publication Types:

Clinical Trial

Randomized Controlled Trial

PMID: 14564112 [PubMed - indexed for MEDLINE]


Laatst aangepast (zondag, 11 december 2011 22:01

Copyright © 2010 karibu tel 06-13277686 ---.
All Rights Reserved.